Verslag 24 juni tot 5 juli

5 juli 2014 - Kisbárapáti, Hongarije

Inmiddels zijn we 11 weken onderweg.

Op 24 juni staan we op met regen en het gaat steeds harder regenen. We hebben geen zin in moeilijkheden en besluiten een dag te blijven staan. We houden een rustdag. Maar de volgende dag gaan we echt weg. Het ziet er goed uit en we rijden eerst een paar kilometer naar het Vrolijke Kerkhof. Op dit kerkhof zijn alle grafstenen versierd met mozaiekwerk in vrolijke kleurtjes en met tekeningen die het beroep of de hobby van de overledene uitbeelden. Vaak zijn alle zijden van de steen bewerkt. Een fraai gezicht. Je moet wel betalen op ze te mogen zien en als je foto’s wil maken nog meer. Maar het is de moeite waard.

We gaan boodschappen doen bij Kaufland en als we buiten komen regent het. We rijden naar Breb in een stromende regen, zowel letterlijk als figuurlijk. De gevallen regen komt in stromen van de bergwegen omlaag en je moet oppassen voor slippen. De laatste 2 km waren een bezoeking voor Astrid. Door die regen een weg vol modder grint en keien. Heuvel op. Maar achteraf geen spijt want het is heerlijk landelijk. Wat een rust, geen lawaai van motoren of hondengeblaf. ’s Nachts alleen het gesjirp van krekels. Ook geen koe te zien of te horen. Alleen hooibergen, -oppers en –schelven.

De volgende dag verslapen we ons. Het had ’s nachts veel geregend en ook de voorspellingen waren slecht. We besloten om niet te vertrekken. We hadden alleen geen brood zodat we 2x warm gegeten hebben. Met wat klussen en lezen kwamen we de dag door.

Op 27/6 rijden we van Breb naar Hongarije. De Nederlandse eigenaar van de camping (een jong stel overigens met een kindje van 2 jaar) vertelde ons hoe we een bergpas konden vermijden, en dus veel haarspeldbochten, en waar we dan weer de goede route moesten oppikken. We moesten boodschappen doen en dat hield erg op, temeer omdat we ook ons Roemeens geld moesten opmaken. Maar ze verkopen veel lekkere etenswaar in Roemenië dus dat was geen probleem. Het probleem kwam pas toen we 10 km voor de grens met Hongarije een boete kregen wegens te hard rijden. Iedereen rijdt te hard en je moet soms wel mee om geen file te veroorzaken. Maar hier waren we ons van geen kwaad bewust. In ieder geval was het een aardige agent die ons aanhield en hij sprak goed Engels. Maar we hadden geen Roemeens geld meer en we moesten gaan betalen bij het gemeentehuis van het dorp dat we net gepasseerd waren. Het was 3 uur en het gemeentehuis was volgens de agent tot 4 uur open. Het was dus opschieten geblazen. Eerst geld pinnen bij een ATM. Helaas was het vrijdag, iedereen krijgt per week op vrijdag uitbetaald en voor alle flappentappers stond een flinke rij mensen die stonden te hannesen om hun geld te krijgen. Toen ik eindelijk mijn geld had was het half vier. Gauw naar het gemeentehuis. Er waren nog enige dames bezig met opruimen, maar de balie was op vrijdag al vanaf 2 uur gesloten. Ze spraken geen enkele buitenlandse taal, maar ik kon ze toch wijsmaken dat ik op weg was naar Hongarije, dat mijn vignet zondag verliep en dat er ook geen gelegenheid was om te kamperen in het dorp. Een van de dames ging een collega bellen, kreeg instructies hoe de computer van de financiële administratie op te starten en hoe de zaak te regelen. Om 4 uur stond ik dolgelukkig weer buiten, met het betalingsbewijs dat ik vervolgens aan de politie moest gaan overhandigen. Heel veel stress voor 18 euro.

Vervolgens de grenspassage. Wat nog nooit ergens gebeurd was gebeurde hier. Ze wilden in de camper kijken. Zeker beducht voor vluchtelingen. Maar ik had ook voor Hongarije een vignet nodig, volgens de papieren aan de grens verkrijgbaar. Hier niet. We moesten maar naar een benzinepomp.

Bij de 1e pomp: nee, in de stad!. Het 2e en 3e pompstation idem. We hebben onze zoektocht opgegeven en reden naar een camping boven de stad Debrecen in Hajdüböszörmeny. We vonden er een mooi plekje om te staan

Bij de camping was een  openbaar zwembad met thermale baden. Toegang gratis, maar niet voor die warmwaterbaden dat kostte maar liefst 500 Forint, ofwel 1,60 euro. Vier baden met verschillende temperaturen tot 40 graden. Alleen was jammer dat de baden maar 1 meter diep waren en je moest dus op je hurken om tot aan je nek in het water te zitten. Erg lekker, maar het had geen effect op mijn reuma. Dat was op 28 juni.

Op 29 juni zou Oranje spelen tegen Mexico en we (nou ja, Astrid) moesten koste wat kost een camping vinden met Ned eigenaren, want daar zou zeker naar de wedstrijd gekeken worden. We kwamen terecht in Szentkiraly op camping Fantazia Tanya, waar Vera en Fred de scepter zwaaiden. En er werd gekeken. Ze hadden 2 volwassen zoons op bezoek, maar wij waren de enige gasten. Er was een BBQ en met 6 man tv kijken is ook gezellig. Het werd die avond een latertje.

De volgende dag weer een rustdag. Ik kreeg daardoor gelegenheid de verlichting boven het keukenblok te repareren en ook te kijken naar de remlichten. Een van de lichten deed het niet meer maar dat bleek door vuile contacten te komen. Er zat nog stof aan en in van de stofstormen waar we in de VS doorheen gereden zijn. Met water was het probleem snel opgelost.

We besloten hier nog 2 nachten te blijven en moesten naar de grote stad (Kecskemet) om boodschappen te doen en geld te pinnen. Ook wilden we in de stad rondkijken want die schijnt mooi te zijn. We vonden na de boodschappen een parkeerplaats in het centrum, waarvoor wel betaald moest worden. We hadden in munten maar 700 Forint bij ons en hadden geen idee hoe lang we daarvoor zouden kunnen staan. De automaat werkte wel maar het display was onleesbaar. Dus al het geld erin en toen bleek dat we slechts 2,5 uur konden blijven staan. Maar we moesten ook nog lunchen. Dus het werd haastwerk, om als laatste bij het parkeerterrein bij een Italiaans restaurant te gaan eten.

Ik had al mensen gezien die weggingen met een tas met eten, zoals je thuis wel ziet bij de Chinees. Maar er ging geen lichtje branden. We bestelden ons eten, een salade en macaroni, voor ons beiden verschillend. De salades waren voldoende voor 2 personen per salade en de macaroni voor 4 personen per gerecht. Na afloop bij het betalen werd er dan ook gevraagd of we een doggybag wilden. Zonde om weg te gooien en dus een doggybag mee. We wilden toch nog even de stad in en vroegen daar of we 1000 forint konden wisselen in munten. Dat werd geweigerd, parkeer maar verderop buiten de ring, daar is het gratis. Omdat het ook op de aangrenzende markt geweigerd werd hebben we de moed maar opgegeven en zijn naar de camping teruggereden. Daar troffen we een juist gearriveerd Nederlands echtpaar, Joke en Ben, waarmee we bij de koffie van Vera en Fred erg gelachen hebben.

Op 2/7 gingen we met z’n vieren naar een ander thermencomplex (Hongarije staat er vol mee).

’s Avonds na de gezamenlijke koffie was het proefavond van wijnen, likeur en brandewijn van Vera en de palinka (brandewijn) die ik op een van de vorige campings gekocht had. Doorzakken !!

Gisteren wisten we bij vertrek eigenlijk nog niet waar we naar toe zouden gaan. We besloten niet te ver te rijden en vonden in een van onze boeken met campings er een op de goede afstand en in de goede richting. Bij Vajta. De camping bleek gesloten. Op een van de ramen van de receptie hing een brief in het Nederlands waarop stond dat de eigenaren naar Nederland waren vertrokken wegens levensbedreigende ziekte van de man. Camping helemaal leeg, geen inkomsten en gedoemd tot verval. Zonde.

We moesten dus verder en kwamen terecht op de camping Jo Napot in Kisbarapati. Weer een jong Nederlands echtpaar die het prima voor elkaar heeft. Een geweldige camping met goede voorzieningen, leuk voor kinderen vanwege de thema’s, die voor elk huisje/tent anders zijn. We blijven tot en met zaterdag (morgen), want dan staat de tv hier vast en zeker aan, hoewel we dat nog moeten verifiëren. We kunnen dan niet meer weg, want we hebben voor ’s avonds hier eten besteld.

We zullen wel zien.

 

Tot de volgende keer.

Ruud en Astrid

 

Foto’s